Voor de ontwikkelingen op het Trompplein en de toekomstige MFA vormt het beleid voor speelplaatsen en schoolpleinen een belangrijk kader.
SCHOOLPLEINEN
De gemeente is verantwoordelijk voor de huisvesting van scholen en de financiën voor nieuwbouw. De gemeente moet minimaal de normvergoeding zoals die in de eigen huisvestingsverordening is vastgelegd vergoeden. Het bedrag moet ook zodanig zijn dat kan worden voldoen aan de eisen van het bouwbesluit. De wettelijke eisen waar de gemeente wat betreft een schoolplein aan moet voldoen zijn de volgende: verharding, berging voor buitenspelmateriaal en een ruimte voor het stallen van fietsen. Als dit in het programma van eisen is opgenomen en voldoet het aan te leggen plein aan de wettelijke eisen. Bij nieuwbouw van een school is het wettelijk niet toegestaan dat een schoolbestuur een bijdrage levert aan de nieuwbouw van een school voor dat deel waarvoor de gemeente verantwoordelijk is. Hiertoe behoort ook het schoolplein. Staatssecretaris Sharon Dijksma heeft destijds scholen ook formeel verboden te investeren. Achterliggende reden is dat het rijk van mening is dat de middelen die zij aan de scholen via de Lumpsum beschikbaar stellen worden besteed aan het onderwijs zelf. Dus in leerkrachten, het onderwijsprogramma en de inrichting van de school.
Binnen het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs wordt de afmeting van het speelterrein van een school omschreven als : Normatief wordt voor het speelterrein gerekend met 3 m² verhard per kind. Met een minimum van 300 m² en een maximum van 600 m². Dit maximum wordt voor scholen met meer dan 200 leerlingen als te klein ervaren. In de gemeentelijke verordening staat dat voor het speelterrein van scholen met meer dan 200 leerlingen normatief vanaf 600 m² met 1 m² per leerling extra wordt gerekend. Het is bij uitbreiding van scholen niet altijd mogelijk ook het speelterrein te vergroten om aan de norm te voldoen. Hierbij komt de functionaliteit echter voor het normatieve oppervlak van het speelterrein. (tot 1997 was het regel dat het speelgebied bestond uit een verhard en een onverhard gedeelte in de verhouding 2 : 1, waarbij het verharde deel een oppervlakte had van tenminste 300 vierkante meter) (1).
In 2009 is er Speelruimtebeleidsplan 2009‐2018 voor de gemeente Utrechtse Heuvelrug gepubliceerd. In het Speelruimtebeleidsplan van 2009 is het openstellen van schoolpleinen als openbaar speelterrein beschreven: Als het wenselijk is een schoolplein open te stellen gaat de gemeente in overleg met het schoolbestuur. Als het schoolplein werkelijk wordt opengesteld stelt de gemeente een contract op om de verantwoordelijkheden te regelen. Uitgangspunt is dat de gemeente het onderhoud uitvoert en de gemeente en de school gezamenlijk de kosten dekken. Als een schoolplein niet specifiek in het openbare speelvoorzieningennetwerk wordt betrokken, betekent dit niet dat het plein afgesloten moet worden. De school is in dat geval echter zelf verantwoordelijk voor het onderhoud en de kosten.
SPEELPLAATSEN
In 2009 is er Speelruimtebeleidsplan 2009‐2018 voor de gemeente Utrechtse Heuvelrug gepubliceerd. De aanleiding daartoe was de grote achterstand in onderhoud en vervanging van speeltoestellen na de herindeling in 2006. Als conclusie werd getrokken dat het toenmalige aantal speelplekken van 95 met de nieuwe en te vervallen plekken naar 114 zou stijgen. Tegelijkertijd zou ook het aantal speeltoestellen van 298 nu naar 429 stijgen.
Voor het beleid op speelruimtes maakt de gemeente Utrechtse Heuvelrug onderscheid in formele speelruimtes (de ruimte die specifiek en exclusief is ingericht voor de speelfunctie (de speelplekken met speelvoorzieningen, trapvelden, skatebanen, etc.) en informele speelruimtes (
de ruimte waar de jeugd leeft en woont, maar waar zij ook (veilig) kan spelen, zoals de straat, de stoep, het plantsoen, de grasstrook langs de straat, maar waar geen specifieke speeltoestellen staan of die niet als zodanig is ingericht)
Uit het Speelruimtebeleidsplan 2009 bleek dat de hoeveelheid informele speelruimte in Maarn zeer ruim beschikbaar was, behalve dat de aanwezigheid van veel geparkeerde auto’s in de berm een belemmering vormden. Er bleek wel een gebrek aan formele voorzieningen voor kinderen en bleken aanvullingen wenselijk: Over het totaal gezien zou het aantal plekken voor kinderen moeten verdubbelen en zou het aantal plekken voor de jeugd gelijk blijven.
In 2013 heeft de gemeenteraad in een kerntakendiscussie besloten om te bezuinigen op speelplaatsen (De redenering was dat een daling van het aantal kinderen met 20% en een groene uitnodigende omgeving deze halvering aanvaardbaar maakten) en daarbij de inventaris gefaseerd te halveren van 111 plekken (met 528 toestellen) naar 55 plekken (met 264 toestellen). Bij het raadsbesluit uit 2013 is echter geen vervangingsbudget ter beschikking gesteld.
In 2018 zijn er nog 93 plekken met 369 toestellen. Omdat op korte termijn een groot aantal toestellen vervangen moet worden en er (nog) geen vervangingsbudget beschikbaar is, is er een actualisatie van het speelruimteplan uitgevoerd om de speelbehoeftes van kinderen zo goed mogelijk af te kunnen stemmen met het beschikbare budget voor spelen. Hierbij wordt ingezet op informele speelplekken en natuurlijk spelen realiseren. In de actualisatie is de informele speelruimte opnieuw beoordeeld en is zo een beeld van de speelbaarheid van de buurt verkregen. Hieruit volgt de behoefte aan formele speelvoorzieningen. Daarbij zijn er een aantal scenario’s voorgesteld, waarbij in een meest negatief scenario er op termijn in de hele gemeente nog maar 14 speeltuinen over blijven (1).
Voor Maarn is in de actualisatie gesteld dat het aantal jeugdigen en jongeren de komende jaren zal afnemen. Daarbij zijn er voor de jeugd aan de rand van de buurten fantastische speelmogelijkheden in het groen. Kinderen hebben veel informele speelruimte in de eigen tuin. Het advies is om 5 plekken om te vormen tot informele speelruimte gezien het lage aantal kinderen en de afstand tot bestaande grotere voorziening.
VOORBEELD KAMELEON DOORN
Voor de inrichting van het schoolplein van de Kameleon in Doorn waren geen middelen beschikbaar. Omdat de gemeente zich heeft gehouden aan de minimale wettelijke eisen voor een schoolplein is deze bijdrage beperkt gebleven tot verharding van het schoolplein, berging voor buitenspelmateriaal en ruimte voor het stallen van fietsen. Voor de inrichting van het schoolplein is door betrokken ouders vervolgens een schoolpleincommissie ingesteld die acties heeft georganiseerd waaraan ouders hebben kunnen bijdragen. Daarnaast is de commissie bezig geweest met het werven van fondsen en is de lokale middenstand benaderd. Het was al tijdig bekend dat het schoolplein van de Kameleon een openbaar schoolplein bleef, wat betekent dat het na schooltijd en wanneer niet gebruikt door de BSO, het speelplein toegankelijk is voor alle kinderen uit de buurt/ Doorn. Aangezien het aantal openbare speelplekken in Doorn beperkt is, was het realiseren van een extra mooi schoolplein ook in het belang van de kinderen uit de Doorn. Uiteindelijk is er meer dan €43.000,- opgehaald.