Als onderdeel van haar welzijnsbeleid streeft de gemeente Utrechtse Heuvelrug met haar cultuurhuizen een versterking van de sociale cohesie na, daarnaast speelt het cultuurhuis een belangrijke rol in de versterking van het (culturele) aanbod. Binnen de gemeente Utrechtse Heuvelrug zijn er 3 zogenaamde cultuurhuizen: Cultuurhuis Pléiade te Doorn, Sport- en cultuurcentrum De Binder te Leersum en Cultuurhuis Allemanswaard te Amerongen. Om meer duidelijkheid te geven over de rollen en de verwachtingen die de betrokkenen, waaronder de gemeente, van elkaar mogen hebben, is in 2009 door de gemeente een beleidsnota: “notitie Cultuurhuizenbeleid” opgesteld.
Daarin zijn de uitgangspunten voor een cultuurhuis als volgt geformuleerd:
- Een cultuurhuis brengt publieke en private voorzieningen onder één dak.
- De gebruikers van een cultuurhuis hebben op kernniveau de rol van netwerker en coördinator en bouwen op die manier een band op met de lokale bevolking, het onderwijs en andere culturele instellingen.
- Binnen een cultuurhuis werken de gebruikers samen met lokale partners in het organiseren van interdisciplinaire activiteiten (kunst en cultuurhistorie, natuur en beeldende kunst of muziek, filmen theater).
- Een cultuurhuis dient voldoende uitgerust te worden om bovenstaande activiteiten te kunnenuitvoeren.
- Een cultuurhuis speelt een belangrijke en actieve rol in de ontwikkeling en versterking van het lokale (culturele) aanbod.
- Een cultuurhuis speelt een belangrijke rol in het aanbieden van sport indien er een sporthal aanwezig is.
- Een cultuurhuis vormt waar nodig en mogelijk binnen de woonservicegebieden een aanvullend element op verzorgingshuizen en gezondheidscentra.
Hieruit kan begrepen worden dat
- de versterking van de sociale cohesie het primaire doel is
- gekozen is voor een decentrale benadering (op dorpsniveau en niet op gemeentelijk niveau)
- de cultuurhuis-gedachte in samenwerking tussen de bewoners en met lokale partners vormgegeven dient te worden
- daarbij uitgegaan wordt van synergievoordelen (1 + 1 = 3) en tenslotte als vanzelfsprekend
- dat het daartoe noodzakelijk is om de bewoners onder één dak met voldoende voorzieningen bijeen te brengen.
In deze nota (2009) wordt De Twee Marken, vreemd genoeg, niet als Cultuurhuis geclassificeerd: “In Maarn bestaat het sociaal-cultureel centrum De Twee Marken. Dit gebouw is eigendom van een stichting. Onlangs is er een nieuwe pachter gekomen, die meer samenwerking tussen de diverse gebruikers stimuleert. Dit lijkt een goede basis om in de toekomst te bezien of dit gebouw wellicht kan worden omgevormd tot cultuurhuis. Het initiatief hiertoe kan door de gemeente worden gefaciliteerd, maar zal door de gebruikers vormgegeven moeten worden, zodat het een lokaal gedragen initiatief wordt”.
Over de bestaande cultuurhuizen, Doorn en Leersum, wordt in de “notitie Cultuurhuizenbeleid” kritisch geoordeeld: deze zijn tot stand gekomen zonder dat van tevoren door gebruikers goed is nagedacht over visie, samenwerking en programmering. Er werd teveel vanuit het gebouw gedacht, waar vervolgens een cultuurhuisconcept omheen werd -en nog steeds wordt- gevlochten.
De gemeente blijft zich richten op de afzonderlijke instellingen, die reeds een subsidierelatie met de gemeente hebben: in de subsidievoorwaarden, die de gemeente stelt aan haar subsidiënten, zal de gemeente samenwerking binnen een cultuurhuis stimuleren. Met de stichting van een cultuurhuis zal de gemeente geen subsidierelatie aangaan. De gemeente heeft overigens niet de intentie om eigenaar en/of huurder te worden van nieuw op te richten cultuurhuizen.
De “notitie Cultuurhuizenbeleid” spreekt zich ook uit over de kosten die dit beleid met zich meebrengt: bij het opzetten van een cultuurhuis dient er rekening mee te worden gehouden dat de huisvestingslasten over het algemeen hoger zullen zijn dan in de “oude” situatie waarin iedere participant afzonderlijk gehuisvest was; zeker daar waar de participanten in de “oude” situatie slecht en gebrekkig en dus goedkoop gehuisvest waren. Overigens zou de gemeente ook zonder de cultuurhuizen maatregelen hebben moeten nemen (nieuwbouw/renovatie) en dus eveneens structureel hogere lasten hebben gehad. Daar waar de gemeente in de “oude” situatie een subsidie voor de huurcomponent gaf, zal zij in de “nieuwe” situatie wellicht de subsidie voor de huisvesting aan die participanten, waarmee de gemeente reeds een subsidierelatie heeft, structureel moeten verhogen.
Ook op provinciaal niveau wordt het belang van een cultuurhuis onderschreven. Provincie Utrecht verwoord dit als volgt: Boeken lenen, repeteren met uw amateurclub, een inspraakavond bezoeken, je kinderen naar school laten gaan: het kan in een cultuurhuis. Voorzieningen voor informatie, educatie en cultuur blijven in stand door ruimte te delen en samen te werken. Een cultuurhuis heeft ook een ontmoetingsfunctie voor een woonkern, dorp of woonwijk. Dit draagt bij aan de leefbaarheid en de sociale samenhang.
Een cultuurhuis brengt publieke en private voorzieningen samen onder één dak. Denk hierbij aan de bibliotheek, voorzieningen op het gebied van cultuur, welzijn, onderwijs, sport, gezondheidszorg en horeca. Door samen te werken in beheer, management en programmering biedt een cultuurhuis meerwaarde voor de voorzieningen zelf én voor de gebruikers in een woonkern, dorp of woonwijk. Dit draagt bij aan de leefbaarheid en de sociale samenhang.
In navolging van dit uitgesproken belang zijn in de periode 2005-2014 in de provincie Utrecht 22 cultuurhuizen ontwikkeld. één van de voorwaarden van de provincie was de vestiging van een bibliotheek of bibliotheekvoorziening in het cultuurhuis. Inmiddels zijn alle 22 cultuurhuizen in bedrijf en is het een stimulering ervan succesvol gebleken, waarmee het cultuurhuizenbeleid van de provincie is afgerond.